Onderzoekers aan de Friedrich Schiller University of Jena (Duitsland) ontvangen 2 miljoen euro subsidie van de Carl Zeiss Stichting. Het onderzoek richt zich op duurzame kunststoffen die het vermogen hebben om zichzelf te genezen, die intelligente eigenschappen hebben en desgewenst gerecycled kunnen worden. Kunststoffen die we sinds 2011 kennen als vitrimeren.
Subsidie voor onderzoek naar duurzame kunststoffen
Kunststoffen zijn niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Elke Nederlander verbruikt per jaar al minstens 1500 plastic verpakkingen en wereldwijd produceren we ongeveer 400 miljoen ton aan kunststoffen. Om er voor te zorgen dat ons verbruik niet leidt tot vervuiling, wordt grootschalig onderzoek gedaan naar duurzame kunststoffen. TNO noemt dat circulaire kunststoffen het beste alternatief zijn, aangezien het verbieden van plastic of het gebruik van alternatieven een grotere milieu impact heeft. Het onderzoek aan de Friedrich Schiller University of Jena richt zich op de functionaliteit van de duurzame kunststoffen vitrimeren.
Vitremeren als oplossing voor moeilijk te recyclen materiaal
Vitrimeren zijn chemisch verstevigde kunststoffen, waarbij ze door hun chemische eigenschappen eenvoudig opnieuw verwerkt, hersteld en gerecycled kunnen worden. Iets wat bijvoorbeeld bij glas of metaal mogelijk is. Door het gebruik van vitrimeren moeten alledaagse voorwerpen duurzamer worden, zodat ze minder vaak vervangen hoeven te worden. Ook kunnen ze gemakkelijker worden gerecycled.
Wanneer men gewoon hard plastic verhit, smelten de dwarsverbindingen tussen de polymeren. Bij vitrimeren schakelen deze dwarsverbindingen juist van de ene polymeerstreng naar de andere. Dit zorgt er voor dat vitrimeren gescheiden en gerecycled kunnen worden. De vitrimeren bieden daarom een oplossing voor het probleem van moeilijk te recyclen composietmaterialen.
Vijfjarig onderzoek
Het team van onderzoekers gaat de komende vijf jaar aan de slag met het onderzoek, waarin ze vooral geïnteresseerd zijn in vezelversterkte materialen. Glas- en koolstofvezels inbedden in de nieuwe kunststoffen, die bijvoorbeeld worden gebruikt om de CO2-uitstoot te verminderen. Aandacht gaat ook naar nanocomposieten, waarbij nanovullers het materiaal versterken. Het doel is om met vitrimeren een nieuwe generatie duurzame materialen mogelijk te maken.