Ingrijpende keuzes nodig tegen zeespiegelstijging

Om de circa zeven jaar brengt het KNMI nieuwe klimaatscenario’s uit en publiceert deze in het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) rapport. In het Klimaatsignaal ’21 werd de tussentijdse stand bekend gemaakt en het KNMI dient de prognose voor de zeespiegelstijging naar boven bij. Wat waren de opvallendheden om de cijfers bij te moeten stellen?

Klimaatverandering in Nederland 

In het IPPC-rapport van 2014 berekende het KNMI dat in het jaar 2100, de grens van de zeespiegel aan de Nederlandse kust 1 meter gestegen zou zijn. Nu is de prognose aangescherpt naar 1,2 meter ten opzichte van begin deze eeuw. We zetten de opvallendheden op een rij:

  1. Uitstoot broeikassen en smeltende ijskappen
  2. Toename van extremer weer
  3. Getij van de rivieren en het stedelijk klimaat

Uitstoot broeikassen en smeltende ijskappen

Het is van cruciaal belang om actief de uitstoot van broeikassen te verlagen, omdat anders het verschil van de uitstoot en het voldoen van het Klimaatakkoord van Parijs zeer groot. In 2300 kan dit verschil al oplopen tot vele meters. “Als het smelten van de Antarctische IJskap op de Zuidpool versnelt, komt zelfs de 2 meter zeespiegelstijging in 2100 in zicht”, schrijft de KNMI. 

Toename van extremer weer

Een andere reden is de toename van extremer weer, waarbij de zomerbuien zwaarder worden en ook de kans op valwinden toeneemt. Naast de extreme regenval krijgt Nederland ook steeds meer te maken met droogte door klimaatverandering. Hierdoor is de kans op droge lentes en zomers groter geworden. Ons klimaat begint dan steeds meer te lijken op dat van een Zuid Europees land. In de toekomst zullen de periodes van droogte en/of hitte waarschijnlijk langer duren, door de opwarming van het noordpoolgebied.  

Getij van de rivieren en het stedelijk klimaat

Volgens het KNMI verandert ook het getij van de rivieren. Zo neemt in de zomer de kans op laagwater toe en in de winter juist de kans op hoogwater. Verder nemen de temperaturen in de steden toe door de opwarming van de aarde. Omgaan met droogte en extreme regenval, worden voor steden steeds meer een uitdaging. 

Daarbij komt de beschikbaarheid van zoetwater onder druk bij temperatuur- en zeespiegelstijging. Wanneer de rivierstand laag is, kan het zoute water van de zee namelijk Nederland binnendringen, wat catastrofische gevolgen heeft voor de natuur en de landbouw. 

 

Unie van Waterschappen

Als reactie op het Klimaatsignaal ‘21 legt Rogier van der Sande, de voorzitter van de Unie van Waterschappen, een directe link naar de politiek. “Aanpassen aan extreem weer en anticiperen op de zeespiegelstijging moeten topprioriteit zijn voor een nieuw kabinet. We zien dat het Rijk doorpakt op verduurzaming, maar de gevolgen van klimaatverandering zijn nu al aan de orde en we moeten ons dan ook versneld aanpassen. Dat moet hoger op de agenda. De tijd dat we water, land en bodem naar onze hand konden zetten is voorbij.”

“Bij BureauLeiding vinden we het belangrijk dat we oplossingen aanbieden om klimaatverandering tegen te gaan. We zien dat de innovatie die de producenten van kunststof leidingen bieden een fundamentele rol inneemt bij de stijging van de zeespiegel. Het is dus van groot belang dat we deze expertise benutten om in te kunnen spelen op verandering van het klimaat. Denk hierbij aan verbeterde afwateringsystemen, de toepassing van infiltratiekratten die bijdragen aan de ondergrondse opslag van water en ook de inzet van infiltratie rioolbuizen, die overvloedig regenwater kunnen afvoeren.”

Mogelijke oplossingen

Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland om schade en overlast binnen de perken te houden. We dienen dus klimaatbestendig bouwen. De Unie van Waterschappen pleit voor de volgende mogelijke oplossingen:

  • Het stimuleren van de aanleg van klimaatbuffers
  • De oprichting van een nationaal programma voor bodemdaling
  • Een Deltafonds dat meegroeit met de opgaven van de waterbeheerders

Om dit voor elkaar te krijgen is nu meer regie van het Rijks nodig en daarom hoort het aanpassen aan het nieuwe klimaat hoog op de agenda te staan bij de kabinetsformatie.

Tempo van het Deltaprogramma

Er moet meer tempo gemaakt worden in het Deltaprogramma, wanneer we in 2050 weerbaar willen zijn tegen overstromingen, zoetwatertekorten en extreem weer. Volgens deltacommissaris Peter Glas is het voor Nederland essentieel dat, naast het omlaag brengen van mondiale CO2-emissies, wordt ingezet op klimaatadaptatie.

“Dat doen we door waterkeringen te versterken, de kustlijn te onderhouden, zoetwatervoorraden in oppervlaktewater en grondwater te behouden en een nieuwe balans te vinden tussen vasthouden en afvoeren van regenwater in landelijk en stedelijk gebied. De zeespiegelscenario’s van het KNMI laten zien dat eind deze eeuw de bestaande aanpak mogelijk niet meer volstaat en meer ingrijpende keuzes voor het waterbeheer en ruimtelijke inrichting nodig kunnen zijn. Deze nieuwste wetenschappelijke inzichten vergroten de urgentie om de voorbereiding op deze keuzes nu al ter hand te nemen. Tegelijkertijd moeten we er nu bij onze ruimtelijke inrichting al rekening mee houden dat we onze strategieën op termijn moeten aanpassen en dus goed kijken waar we bouwen en ervoor zorgen dat we dat op een toekomstbestendige manier doen”, aldus Glas.

 

Rol producenten kunststof leidingen

Vanuit BureauLeiding en haar leden worden nieuwe oplossingen bedacht die bijdragen aan de nieuwe uitdagingen die klimaatadaptatie biedt. Zo ontwikkelen producenten infiltratiekratten, die met name in de Nederlandse steden een bijdrage leveren aan efficiënt waterbeheer. Daarnaast leveren innovatieve afwateringssystemen mogelijkheden om sneller meer water af te voeren op momenten van zware regenval. Samen met partners uit andere branches wordt gekeken naar nieuwe oplossingen die breed toepasbaar zijn. Op die ondernemende manier dragen ondernemers in de kunststof leiding industrie bij aan oplossingen voor de uitdagingen van de toekomst.